Nederlanders wantrouwen de algoritmes die het leven in toenemende mate bepalen
Nieuwsbericht
Bron: Motivaction / Trouw
Ons leven wordt steeds vaker door automatische keuzes bepaald. We blijken algoritmes echter niet te vertrouwen, blijkt uit onderzoek van Motivaction.
Burger ziet algoritmes niet als betrouwbare vrienden. Dat is de rode draad die tevoorschijn komt als je de Nederlandse burger vraagt naar algoritmes. Meer dan de helft van de 1113 Nederlanders die onderzoeksbureau Motivaction over algoritmes bevraagde, is nauwelijks met het fenomeen bekend (55 procent).
Van de mensen bij wie algoritmes wél bekend zijn, heeft minder dan de helft (48 procent) vertrouwen in de toepassingen daarvan. Slechts een schamele 9 procent gelooft dat algoritmes leiden tot een ‘eerlijker en rechtvaardiger wereld’.
Onderzoek over algoritmes van KPMG. Beeld Trouw L&F | Bron: KPMG
Schokkende uitkomst
“Ik vind dat een tamelijk schokkende uitkomst”, zegt Frank van Praat, specialist algoritmes bij KPMG, de adviesverlener die het onderzoek opzette. Niet zonder eigenbelang, overigens: KPMG houdt zich onder meer bezig met het controleren van toepassingen die draaien op algoritmes. “Die spelen een steeds grotere rol in de beslissingen die voor mensen worden genomen, maar wat burgers er echt van vinden, wordt nooit onderzocht. Nu we dat wel hebben gedaan, blijkt dat mensen ernstige twijfels hebben over de betrouwbaarheid en transparantie van algoritmes.”
Een definitie van het fenomeen is moeilijk in woorden te vangen, maar Van Praats collega Sander Klous, specialist big data bij KPMG, noemde algoritmes onlangs in deze krant ‘een automatisch uitgevoerde set van instructies die een beslissing nemen of ondersteunen’. Zo vormen ze de menukaart van ons leven.
Dat houdt niet op bij de zoekresultaten van Google of Bol.com of bij de keuzesuggesties van Netflix. Ook de zorg en banken en verzekeraars draaien meer en meer op geautomatiseerde instructies. Als voorbeelden daarvan noemt KPMG ziekenhuizen, die in sommige gevallen medische onderzoeksresultaten niet laten beoordelen door mensen, maar door computers. Of verzekeraars, die claims geautomatiseerd en zonder menselijke tussenkomst kunnen afhandelen.
Kritische blik
Vooral in de algoritmes van de financiële sector hebben de mensen weinig vertrouwen. Driekwart van de ondervraagden is negatief over het gebruik van algoritmes door banken en verzekeraars. Van Praat: “Wij denken dat dit heeft te maken met het slechte imago van de financiële sector. Daarbij speelt het effect van big data een rol. Er bestaat grote weerstand tegen financiële instellingen die veel van je willen weten.”
Het zijn toch al de weken van de kritische kijk op algoritmes. In een nota aan het kabinet drong de VVD onlangs aan op meer toezicht door accountants, die jaarlijks zouden moeten rapporteren over de betrouwbaarheid en eerlijkheid van de algoritmes, die bedrijven en overheden gebruiken.
Het Nederlands Instituut van Psychologen (Nip) speelde handig op het voorstel van de liberalen in en verstuurde een persbericht met de suggestie dat niet accountants, maar psychologen de aangewezen deskundigen zijn om dit algoritmevarkentje te wassen: “Als we het over algoritmes hebben die keuzegedrag van mensen beïnvloeden, of zelfstandig keuzes maken die grote invloed op de maatschappij kunnen hebben, zijn psychologen hiervoor beter uitgerust qua kennis en expertise”, aldus het Nip.
Ethische toets
“Veel algoritmen worden gemaakt met alleen het economisch belang in het achterhoofd”, stelt voorzitter Bart Schutz, van de sectie sociale en economische psychologie van het Nip. “Een psycholoog als toezichthouder kan ook toetsen op ethische waarden en het menselijk welzijn.”
Die boodschap zal deelnemers aan het KPMG-onderzoek aanspreken. Een grote meerderheid denkt dat de mens in met name de zorg (68 procent), bij de politie( 65 procent) en bij de overheid ( 55 procent) onvervangbaar is door de computer. Van Praat van KPMG: “Dat wantrouwen kan alleen worden weggenomen door ervaringen. We moeten eerst weten wanneer algoritmes ons raken voor we een vertrouwensband met ze kunnen opbouwen.”