‘Diversiteit’ in de Javastraat in Amsterdam
Blog
Bron: Retail Innovation Platform
Het winkelgebied in en rond de Javastraat in Amsterdam heeft de afgelopen decennia meerdere transformaties doorgemaakt. Professor Jan Rath (Universiteit Amsterdam) en Emil van Eck (Radboud Universiteit) deden een vergelijkend onderzoek naar lokale winkelstraten. Iris Hagemans (Centre for Market Insights) neemt ons in deze blog mee in de resultaten.
Het winkelgebied in en rond de Javastraat in Amsterdam heeft de afgelopen decennia meerdere transformaties doorgemaakt. Deze ontwikkelingen veranderden de samenstelling van lokale bevolking en consumenten, de uitbaters van de winkels en de producten die ze aanbieden. De industrie en scheepsbouw trokken gastarbeiders aan in de jaren ’60 en ’70. Vervolgens zorgde suburbanisatie voor een uitstroom van middenklasse bewoners. Door de sluiting van het grootste deel van de fabrieken en scheepswerven in Amsterdam, ontstond een concentratie van kwetsbare bewoners. Die relatieve achterstelling bleef lange tijd doorwerken.
Toen wij begonnen met ons onderzoek naar deze veranderende winkelstraat, was deze recentelijk nog bestempeld als één van de 40 probleemwijken van Ella Vogelaar. Zowel de veranderende woningmarkt in Amsterdam als geplande overheidsinvesteringen deden echter vermoeden dat gentrificatie in aantocht was. Deze verwachte instroom van bewoners met hogere inkomens heeft niet alleen enorm effect op de huizenprijzen, maar verandert doorgaans ook de lokale winkels en voorzieningen.
Onderzoek winkelstraten
Wij waren op dat moment betrokken bij een internationaal project dat winkelstraten in grote steden vergeleek[1]. Verschillende case studies in dit project bevestigden het beeld dat gentrificatie voor een winkelstraat een proces is met winnaars en verliezers. Het biedt sommige ondernemers kansen om op een andere doelgroep in te spelen, maar anderen verliezen juist clientèle. Sommige bewoners en consumenten profiteren van de komst van nieuwe winkels en voorzieningen, terwijl anderen juist geliefde zaken zien sluiten. Beleidsmakers die zich bezig hielden met het winkellandschap in de Javastraat, waren zich hier dermate van bewust. Vaak waren ze erg kritisch over gentrificatie en gaven ze aan de mogelijke negatieve gevolgen zo veel mogelijk uit de weg te willen gaan. Toch viel de Javastraat in het internationaal vergelijkende project op doordat gentrificatie veel meer gestuurd leek te worden door de lokale overheid dan in andere steden.
Diversiteit
‘Diversiteit’ leek een belangrijke rol te spelen in de tegenstelling tot de kritische houding ten opzichte van gentrificatie van de lokale overheid aan de ene kant en de onverdeelde steun voor interventies die gentrificatie van het winkellandschap bevorderden aan de andere kant. Dit komt doordat diversiteit op verschillende manieren opgevat kan worden. Vaak werd diversiteit gebruikt als verwijzing naar de verschillende etnische achtergronden van bewoners en ondernemers in de Javastraat. Op die manier opgevat was de Javastraat een zeer diverse straat. Tegelijkertijd verwijst het vaak naar diversiteit van sociale klasse, onder andere inkomensgroepen en opleidingsniveaus. Vanuit dat perspectief werd de Javastraat eerder omschreven als een gebied met een concentratie van mensen met een lagere opleiding, lager inkomensniveau en soms zelfs als een concentratie van mensen met een niet-Nederlandse achtergrond (waarbij de diversiteit van deze achtergronden feitelijk genegeerd wordt). In de manier waarop over de Javastraat gesproken werd, kwamen beide vormen van diversiteit aan bod. Er werd expliciet aangegeven dat de etnische diversiteit van de ondernemers en producten gewaarborgd zou moeten worden. Wanneer je echter kijkt naar de manier waarop daadwerkelijk in de winkelstraat ingegrepen werd, leek dit vooral gericht op het introduceren van hogere inkomensgroepen door middel van investeringen in het winkellandschap.
‘Diversiteit’ lijkt daardoor een sleutelwoord dat gentrificatie van het winkellandschap bevordert, maar door zijn inclusieve klank eventuele negatieve effecten van dit proces verbloemt. Dit laat zien dat het belangrijk blijft om kritische vragen te blijven stellen, zelfs als een begrip als diversiteit vanzelfsprekend lijkt te zijn. Over welke vorm van diversiteit gaat het nu eigenlijk? En voor wie is deze diversiteit bedoeld?
Over het onderzoek: het onderzoek is opgezet en uitgevoerd in samenwerking met prof.dr. Jan Rath van de Universiteit van Amsterdam en Emil van Eck van de Radboud Universiteit en onderdeel van een internationaal vergelijkend onderzoek naar lokale winkelstraten.
Iris Hagemans is stadsgeograaf met speciale interesse in winkelgebieden. Ze werkt op dit moment aan een promotietraject bij het Centre for Market Insights (CMI) van de Hogeschool van Amsterdam in samenwerking met de Universiteit Utrecht. Het CMI is lid van het Retail Innovation Platform, hét platform van hogescholen en universiteiten in Nederland en België voor praktijkgericht onderzoek naar retailinnovatie.
[1] Hier is uiteindelijk het boek ‘Global Cities, Local Streets’ uit voortgekomen