Wat je moet weten over de PSD2 en nieuwe regels voor creditcards
Nieuwsbericht
Bron: ANVR
De nieuwe regels voor het doen van creditcardbetalingen zijn met de publicatie van de wet in het Staatsblad van kracht geworden. Het betreft de Nederlandse wet op basis van de Europese PSD2-regeling gericht op het liberaliseren van betalingsdiensten. Tot nu toe hanteren veel ANVR-bedrijven een toeslag voor creditcardbetalingen. In de PSD2- richtlijn is vastgelegd dat voor consumentenbetalingen met gangbare creditcards -zoals Visa en Mastercard- géén vergoedingstoeslag meer mag worden geheven. Wel mag er een korting worden gegeven op de voor retailers goedkope betaalvormen. Hierbij meer in detail wat je er als reisondernemer over moet weten.
Wat is PSD2?
De PSD2-richtlijn vervangt een richtlijn uit 2007, vandaar Payment Services Directive 2. PSD2 is het juridische fundament voor het girale betalingsverkeer in Europa (het overboeken van geldbedragen tussen bankrekeningen). De richtlijn wordt in elk EU-land opgenomen in de nationale wetgeving. Dit had eigenlijk al in 2018 moeten plaatsvinden, maar de invoering is in Nederland (en enkele andere landen) vertraagd.
Het wetsvoorstel is 5 december 2018 in de Eerste Kamer aangenomen en deze week gepubliceerd in het Staatsblad, waarmee de wet formeel is ingegaan..
Nieuw is dat alle Europese banken in de PSD2 verplicht zijn om bedrijven onder voorwaarden toegang te verlenen tot de betaalrekeningen van klanten. De klant bepaalt straks zelf of hij/zij hiervoor toestemming geeft.
Klanten kunnen zo via andere bedrijven dan hun eigen bank een betaling starten, rekeninginformatie ophalen of hun saldo checken. De PSD2 is niet van toepassing op het betalingsverkeer in biljetten en munten. De tekst hieronder is een update van ons ANVR bericht over de PSD2 van vorig jaar.
Geen doorberekening van creditcard toeslagen
Een onderdeel van de PSD2 is de regulering van creditcardtoeslagen. In Europa geldt de Verordening (EU) 2015/751: de Interchange Fee Regulation (IFR). De IFR legt limieten op aan het niveau van interbancaire vergoedingen. Met betrekking tot debitkaart-transacties is de afwikkelingsvergoeding per transactie max. 0,2% van de waarde van de transactie. Voor creditcard-transacties is dit max. 0,3%. Het gaat hier dus om de kosten tussen de creditcardmaatschappij van de consument en de acquirer, d.w.z. de bank van de merchant (d.w.z. het (reis)bedrijf dat het product of de dienst heeft verkocht).
De basisregel onder de PSD2 is dat een bedrijf de betalende klant een vergoeding mag vragen voor het gebruik van een bepaald betaalinstrument. Als een bedrijf om een vergoeding verzoekt, mogen de kosten niet hoger zijn dan de directe kosten die de begunstigde maakt voor het gebruik van dat specifieke betaalinstrument.
Uitzondering op de basisregel in de PSD2 is dat bedrijven géén vergoedingen meer mogen vragen voor het gebruik van betaalinstrumenten waarvoor interbancaire vergoedingen worden gereguleerd krachtens de IFR.
Consumentenkaartbetalingen van b.v. Visa en Mastercard vallen onder de IFR. Het interchangetarief is opgenomen in de Merchant Service Charge dat je als bedrijf moet betalen voor de acceptatie van een kaart.
Vallen alle kaarten onder de IFR regels?
Art 62 van de PSD2 regels stelt dat surcharging verboden is voor die betalingen met consumenten debitcard– en creditcards waarvan de interchange fees onder de Interchange Fee Regulation (IFR) 'ge-capped' zijn (ofwel waar de IFR wettelijke maxima aan stelt).
Het gaat hier om betalingen gedaan op consumentgerichte debitcards (ofwel pinpassen, zoals met Maestro en V-Pay logo) en creditcards van vierpartijenschema's (zoals VISA en MasterCard).
Let op: betalingen gedaan met driepartijen kaartschema's (zoals Amex en b.v. Diners ) en ook betalingen gedaan met business cards (creditcards voor de zakelijke markt) vallen buiten de scope; daarvoor mogen winkeliers wel toeslagen blijven berekenen!
Gelden de surcharge-regels in alle EU-landen?
Voor b.v. Amex en Diners-kaarten gelden de IFR regels niet; hiervoor mogen dus wél toeslagen op creditcardbetalingen worden gerekend. Echter, lidstaten hebben de mogelijkheid om het rekenen van toeslagen (surcharging) voor één enkele of álle betaalinstrument(en) te verbieden. In de Nederlandse wet wordt van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt maar in b.v. de UK, België en Frankrijk kunnen dus kaarttoeslagen ook op Amex/Diners e.d. verboden zijn.
Voor bedrijven met websites in meerdere landen kan dat betekenen dat klanten via buitenlandse sites zo toeslagen proberen te vermijden. Wat precies wel/niet per land is toegestaan, kan per land verschillend zijn.
Creditcardbetalingen én kosten kunnen voor reisbranche fors toenemen
Anders dan bij iDeal-betalingen kunnen klanten creditcardbetalingen onder voorwaarden storneren en zijn bepaalde producten verzekerd. Bij kleine betalingen zijn de kostenverschillen tussen iDeal en creditcardbetalingen verwaarloosbaar. Veel winkeliers hanteren daarom nu al geen toeslagen op creditcardbetalingen.
Bij de verkoop van tickets/reisproducten gaat het echter vaak om grote bedragen en zijn de betaalkostenverschillen beduidend groter. Daarom werd voor creditcardbetalingen tot nu toe veelal een toeslag door reisondernemingen berekend. Dit zgn. surchargen is dus over een paar dagen niet meer mogelijk!
Als je op dit moment creditcardbetalingen accepteert, kan je er vanuit gaan dat het aandeel creditcardbetalingen flink zal stijgen als er voor de klant geen kostenverschillen meer zijn in vergelijking met betaling via iDeal. Iets waar je als reisbedrijf dus goed rekening mee moet houden!
Betalen met creditcard heeft voor de klant immers het voordeel van uitgestelde betaling, en soms een verzekering van het gekochte product en de mogelijkheid tot stornering in geval het product niet wordt geleverd.
De reisretailer kan dan vervolgens wel "met de vingers tussen de deur" komen.
Hoe zit het met businesskaarten?
Alle betaaldiensten vallen onder de PSD2, maar wat betreft het niet doorberekenen van creditcardtoeslagen zijn commerciële kaarten uitgezonderd, want de IFR-regels zijn voor consumenten en de toeslagen zijn alleen mogelijk voor kaarten die niet onder de IFR vallen. Onder commerciële kaarten vallen betaalinstrumenten "uitgegeven aan ondernemingen, publiekrechtelijke lichamen of natuurlijke personen die op zelfstandige basis een beroepsactiviteit uitoefenen, waarvan het gebruik beperkt is tot de betaling van beroepskosten, en waarbij de met die kaart verrichte betalingen direct worden aangerekend op de rekening van de onderneming, het publiekrechtelijke lichaam of de natuurlijke persoon die op zelfstandige basis een beroepsactiviteit uitoefent".
Kortom: commerciële kaarten, waarbij de rekening van het bedrijf wordt gedebiteerd, vallen niet onder de IFR. Hiervoor kunnen dus creditcardtoeslagen worden gehanteerd, maar worden ook vaak hogere kosten doorberekend.
Er zijn echter ook commerciële kaarten waarbij de rekening van de werknemer wordt gedebiteerd en de werknemer vervolgens de reis- en verblijfkosten declareert bij het bedrijf. Deze zouden dus wél onder de IFR-regels en dus onder de PSD2 kunnen vallen.
Maar in de PSD2 wordt een definitie van consumenten gehanteerd t.w.: "een natuurlijke persoon die in betalingsdienst overeenkomsten die onder de PSD2-richtlijn vallen voor doeleinden buiten zijn bedrijfs- of beroepswerkzaamheden handelt".
Dit betekent dat voor creditcards in de zakelijke markt, betaald op rekening van een privé-account maar die uitsluitend worden gehanteerd voor bestedingen met een zakelijk doel, wél toeslagen gerekend mogen worden.
De vervolg vraag is dan of retailers -maar ook airlines- altijd kunnen zien met wat voor kaart (zakelijk of privé) er is betaald, waarvoor wordt betaald (zakelijke of privé trip) en of er dus een toeslag mag worden gerekend.
Surchargen mag meestal dus niet, maar mag je kortingen geven?
Artikel 520, lid 3 (BW7) stelt: "De betaaldienstverlener belet niet dat de begunstigde van de betaler een vergoeding vraagt of een korting aanbiedt voor het gebruik van een bepaald betaalinstrument".
Kortom; surchargen mag (tenzij de IFR-regels van toepassing zijn) en het geven van korting op bepaalde betaaldiensten blijft ook mogelijk. Dat betekent dus dat voor contante betaling, betaling via iDeal of andere voor de retailer financieel gunstige betaalvormen, een korting kan worden aangeboden.
Op deze wijze kunnen retailers een onderscheid aanbrengen richting klant wat betreft verschillende betaalmogelijkheden.
NB: ook dit kan in andere landen beperkt of verboden zijn!
In dit kader wijzen we er op dat op Europese incasso (SDD) of Europese overschrijving SCT) geen toeslagen mogen worden berekend. Dit is geregeld in de SEPA-verordening uit 2012.
Waar je wel toeslagen voor kan rekenen zijn dus voor 3-partijenkaartschema's, maar ook acceptgiro, afterpay, paypal, e.d.
Hou er in dat geval wel rekening mee dat de Europese Consumentenrichtlijn (Richtlijn 2011/83/EU) (art. 19) stelt dat de door de ondernemer te vragen surcharges aan consumenten maximaal even hoog mogen zijn als de werkelijke kosten waar de winkelier voor het accepteren van het betreffende betaalmiddel mee te maken heeft. Dit artikel staat ook in art. 230k, lid 1 van het Nederlandse BW6.
Andere gevolgen van PSD2: Betaalinitiatiedienstverleners
Nieuwe betaaldiensten van Apple/Google of b.v Facebook zijn op dit moment nog gekoppeld aan creditcards. Deze betaalvormen gaan echter profiteren van de grotere liberalisering van de betaaldiensten. De PSD2 maakt het mogelijk dat derde partijen (fintechbedrijven) tussen bank en klant komen te staan. Dan is het b.v. mogelijk dat er webwinkels komen die - met een vergunning - zelf (of b.v. via een app) de betaling van de betaalrekening van de klant starten. Partijen die dit doen worden betaalinitatiedienstverleners genoemd. PSD2 maakt het mogelijk dat deze betaalinitiatiedienstverlener dezelfde methode gebruikt als de bank doet om de identiteit van de klant vast te stellen.
Het is vergelijkbaar met een pinbetaling en kan -anders dan b.v. automatische incasso- niet door de consument teruggedraaid worden. Privacywaakhonden waarschuwen consumenten nu al voor deze mogelijkheden omdat wel heel veel gegevens van de klant aan de betaaliniatiedienstverlener worden gegeven (link).
Op termijn kan deze methode ook voor de reisbranche een prima alternatief gaan worden voor iDeal, automatische incasso en creditcardbetalingen.
Zover is het op dit moment nog niet, maar iedereen weet en ziet dat de paymentwereld sterk aan het veranderen is.
Wat betekent dit allemaal voor het ANVR Raamcontract voor creditcards?
De ANVR heeft op dit moment een raamcontract voor creditcards met Worldline en heeft offertes voor een nieuwe overeenkomst gevraagd.
In het huidige contract worden de kosten voor de meeste kaarten gemiddeld. Gelet op de grote kostenverschillen voor paymentproviders tussen de verschillende kaarten, zal het huidige one-size-fits-all moeten worden verlaten en zal worden overgestapt op een interchange ++ model waarbij reisbedrijven betaalkosten in rekening worden gebracht, afhankelijk van de kosten van de betreffende kaart.
Dit hoeft geen probleem te zijn indien "dure" kaarten kunnen worden herkend én hiervoor een tarief kan worden gerekend dan wel de non-acceptatie vooraf aan de klant is aangegeven. Op dit moment is deze herkenning in de systemen nog niet het geval, maar zal in 2019 voor retailers wel mogelijk worden. Wij verwachten in de komende weken/maanden de gesprekken over een nieuw voorstel voor retailers af te ronden.
Meer weten over PSD2?
De Q&A van de DeNederlandscheBank geeft nadere informatie over rechten en plichten onder de nieuwe PSD2. Het toezicht op het doorberekenen van kosten wordt uitgevoerd door de ACM. Hierbij de link naar de Q&A van de ACM over de PSD2.